JAVA Foodservice bedankt chauffeurs: motor achter 125 ton dagelijkse voedselvoorziening
Rotselaar, 11 december – JAVA Foodservice uit Rotselaar bedankt vandaag al zijn chauffeurs naar aanleiding van de Dag van de Vrachtwagenchauffeur. Zij brengen dagelijks ingrediënten rond voor honderden maaltijden voor bewoners in woonzorgcentra, gedetineerden in de gevangenis, patiënten in ziekenhuizen, … Donderdagochtend ontvangen zij bij aanvang van hun werkdag een vers ontbijt en een thermodrinkbus. Met de actie wil JAVA Foodservice stilstaan bij de dagelijkse inzet van zijn chauffeurs, die vroeg op pad gaan en een cruciale schakel vormen in de logistieke keten.
Vanuit de vestiging in Rotselaar vertrekken op een doordeweekse dag tot 44 vrachtwagens, goed voor een distributie van ongeveer 125 ton voeding per dag, aan gemiddeld 375 klanten verspreid over België. Moederbedrijf Sligro Food Group levert aan hotels, brasserieën en restaurants, JAVA Foodservice aan grootkeukens van onder meer ziekenhuizen, woonzorgcentra, scholen en gevangenissen. De chauffeurs leveren niet alleen tot aan de deur, maar zorgen er ook voor dat producten op de juiste locaties worden geplaatst, zoals in koel- of vriesinstallaties. Ze maken gemiddeld negen stops per dag en starten hun werkdag doorgaans tussen 3 en 5 uur ’s ochtends.
Eddy Moerenhout (53) uit Haacht, een van de chauffeurs bij JAVA Foodservice, rijdt al 30 jaar met de vrachtwagen en bevestigt dat het vak een blijvende aantrekkingskracht heeft. Hij is dan ook blij met de erkenning en wijst op het vaak onderschatte belang van het beroep.
“Rijden met de vrachtwagen is meer dan mijn werk, het is mijn passie,” zegt Eddy Moerenhout. “Het gevoel van vrijheid, de landschappen, de zonsopgang, de gesprekken onderweg en vooral de rock- en metalmuziek in mijn cabine, geven mij elke dag energie. Het is jammer dat er soms op ons beroep neergekeken wordt. Chauffeurs zijn cruciaal voor de bevoorrading van het land. Als onze vrachtwagens niet uitrijden, worden bijvoorbeeld ook de verse groentjes voor bewoners in het rusthuis niet geleverd.”
Isabelle Geeraerts