Onderwijsbarometer Acco: 4 op 5 studenten gebruikt regelmatig Chat GPT
Ondanks het veel intensievere AI-gebruik (+ 30% t.o.v. 2023), blijven studenten vasthouden aan blended studiemateriaal (combinatie digitaal en papier)
23 september 2024
4 op de 5 studenten (82%) gebruikte vorig academiejaar regelmatig Chat GPT. Dat blijkt uit de Onderwijsbarometer van Acco, aanbieder van blended studiemateriaal voor hoger onderwijs, na een onderzoek bij 1.102 studenten en 142 docenten. Dat is liefst 30 procent meer dan in het academiejaar 2022-2023. Ondanks het bewust intensievere gebruik van AI door studenten en de digitale weg die het hoger onderwijs is ingeslagen , blijven studenten zich vastklampen aan blended studiemateriaal. “Het is duidelijk dat Chat GPT en AI niet meer weg te denken zijn in het hoger onderwijs, maar de combinatie van papieren en digitaal studiemateriaal blijft voor 3 op de 4 studenten belangrijk”, zegt Acco-CEO Inge Vander Velpen.
De voorbije twee jaar werkten heel wat universiteiten en hogescholen, zoals de KU Leuven en de UGent, richtlijnen uit over hoe studenten mogen en kunnen omgaan met generatieve artificiële intelligentiesystemen. Het hoger onderwijs erkent dat AI-tools zoals Chat GPT moeten worden gezien als ieder ander mogelijk hulpmiddel waarop studenten een beroep kunnen doen. Maar de onderwijsinstellingen willen vooral dat het op een verantwoorde manier wordt gebruikt door studenten.
Informatie opzoeken
Daarom onderzocht boekhandel en uitgeverij Acco, naar aanleiding van hun jaarlijkse Onderwijsbarometer, onder meer hoe studenten nu omgaan met Chat GPT. Acco bevroeg daarbij 1.102 studenten. Liefst 82% van de studenten gebruikt of experimenteert met de AI-toepassing voor zijn studies. Dat is 30% meer dan een jaar eerder. Driekwart (75%) zoekt via Chat GPT voornamelijk informatie op, terwijl experten al langer waarschuwen voor de betrouwbaarheid van Chat GPT. 58% gebruikt het om te brainstormen, terwijl net niet de helft (49%) via Chat GPT eigen teksten herschrijft. Bijna 4 op de 10 (37%) schakelt Chat GPT in om schrijfopdrachten te maken. 27% maakt via AI samenvattingen.
Toch zien de studenten zelf ook steeds meer addertjes onder het gras opduiken, door steeds meer terug te vallen op Chat GPT. De grootste uitdaging voor 1 op de 3 studenten (32,4%) is om het eigen denkvermogen te blijven stimuleren en niet achteruit te laten gaan. Ook beseffen ze dat ze steeds afhankelijker worden van een bron, die mogelijk onjuiste informatie aanlevert (30,20%). Ook 1 op de 3 bevraagde docenten vreest dat studenten minder zelfstandig zullen nadenken door Chat GPT. Daarom vinden zowel studenten als docenten dat er duidelijke regels en richtlijnen moeten komen om Chat GPT te gebruiken in het hoger onderwijs. Ook onderwijsexpert Martin Valcke onderschrijft dat.
“AI-tools zijn een enorme meerwaarde zolang ze het bereiken van bepaalde competenties en het leerproces niet ondergraven. Richtlijnen helpen om duidelijkheid te scheppen welke competenties van studenten verwacht worden. Het is daarom belangrijk voor studenten om te weten wanneer ze AI-tools niet mogen gebruiken, zoals tijdens een examen. Daarnaast moeten richtlijnen duidelijk aflijnen hoe ze AI-tools wél mogen gebruiken en hoe ze naar dat gebruik en de resultaten ervan moeten verwijzen. Zo zijn er onderwijsinstellingen die vragen om de AI-output als geheel – zoals de conversatie die je opzet met Chat GTP - als bijlage op te nemen in je paper. Richtlijnen focussen dus best op persoonlijke verantwoordelijkheid en transparant gebruik. Zo leren we studenten op een meer bewuste manier omgaan met AI en de resultaten ervan.”
-– Martin Valcke, professor onderwijskunde aan de UGent
Papieren studiemateriaal blijft belangrijk
Ondanks de digitale trend die al enkele jaren is ingezet, met een toenemend gebruik van AI en docenten die steeds meer inzetten op digitaal onderwijs, blijven studenten ook papieren studiemateriaal belangrijk vinden. 74% vindt het belangrijk om blended studiemateriaal, of de combinatie van zowel papieren als digitaal studiemateriaal, ter beschikking te hebben. Dat ligt in de lijn van vorige academiejaren. Iets meer dan de helft van de studenten (53,90%) neemt enkel zijn papieren cursus of handboek mee naar de les. Steeds meer studenten kiezen er dan weer voor om zowel met een papieren cursus of handboek en een e-book de les te volgen (van 29 naar 36,78%). Wanneer studiemateriaal enkel digitaal beschikbaar is, slaan studenten massaal aan het printen. 82% zal zijn e-cursus afdrukken, 75% print zijn samenvattingen af. Daar staat natuurlijk een prijskaartje tegenover. 1 op 6 studenten betaalt minstens 100 euro per semester om z’n studiemateriaal af te printen.
“Ondanks dat steeds meer onderwijsinstellingen en docenten inzetten op digitale handboeken, blijft papier heel belangrijk voor studenten. Dat is logisch te verklaren: het is veel makkelijker om met de papieren cursus te studeren en leerstof op te slaan, dan wanneer je naar een scherm moet staren. Ze kunnen zich zo ook makkelijker focussen op de leerstof, terwijl de afleiding bij een laptop om de hoek loert. Digitaal materiaal is natuurlijk wel heel belangrijk om zo ons onderwijs toegankelijk en betaalbaar te houden, al kunnen de printkosten wel ferm oplopen. De student geeft dan ook duidelijk aan het liefst blended lesmateriaal te gebruiken.” – Inge Vander Velpen, CEO Acco
Meer mogelijkheden met Ai-samenvattingstool dankzij ‘Amigo’
Acco erkent dat AI een blijver is in het (hoger) onderwijs. In april lanceerde de studentencoöperatieve daarom een AI-samenvattingstool die gebruikt kon worden op een (groot) deel van het studiemateriaal van Acco. Vijf maanden later breidt het aanbod op de AI-tool uit en biedt het online platform heel wat meer mogelijkheden. Onder de nieuwe naam ‘Amigo’ zullen studenten hun online cursussen niet alleen kunnen samenvatten op hun maat met eigen prompts, maar kunnen ze ook oefenvragen opstellen, extra voorbeelden en cases stellen.
Perscontact: